Tijdens deze zomervakantie in het toch totaal niet Arabische Italië zat ik ineens met mijn hoofd in de Arabische wereld toen ik iemand fooi zag vragen. Bij een bezinestation onderweg stopten we voor de welbekende plaspauze. Bij de WC’s hing een enorm, officieel, groen bord waarop stond: ‘Free use of toilets, no tipping required’. Lijkt me duidelijk….. Toch? Want toen we er weer uit kwamen, stond de schoonmaker onder het bord, met in zijn hand een beetje geld waarmee hij nonchalant stond te rammelen. HINT HINT…. dit gebaar ken ik zo goed uit Arabische landen. Ik voelde me opgelaten om niet te geven, dus het werkte. Tijd dus voor een post over Baksjies (het Arabische woord voor fooi).
In Nederland zijn we niet gewend om overal een klein bedrag voor te geven, maar het hoort er echt bij in landen als Egypte, Marokko, Syrië en Jordanië. Mensen verdienen in de basis te weinig om van te leven, dus die fooi is zo belangrijk. Zomaar wat voorbeelden wanneer te geven:
- aan de wc jongen;
- aan degene die je koffer draagt, bv in het hotel;
- aan degene die je auto ‘bewaakt’ heeft, ook als je dat hem niet gevraagd hebt;
- aan de bewaker bij een prachtige tempel in Luxor;
- aan de taxichauffeur die je de hele dag hebt ingehuurd voor een mooie rondrit.
Wat is de bijzonderste plek waar jij om baksjies gevraagd bent? Laat het me weten!
Dus: be prepared bij een bezoek aan deze landen en zorg voor wat kleingeld in je zak, zodat je altijd wat bij de hand hebt.
Degenen die zwembadschoentjes (plastic zakjes met elastiek) voor over je sokken uitdelen in historische moskeeën in Cairo. Dubbel niet nodig, want 1) je hebt al sokken aan en 2) je kunt ze ook wel zelf uit de bak pakken. Maar deze mannen hebben het ook niet bepaald breed, dus dan is die baksjies ook weer niet zo’n ramp.
(Leuke site trouwens Dafne, en natuurlijk heel herkenbaar :-))
Wat een goed voorbeeld, dank je wel!
Baksjies is een normaal woord in Suriname.