Zubayda had het beste voor met pelgrims

Tijdens mijn bezoek aan de Hadj tentoonstelling in het British Museum werd mijn aandacht getrokken door het verhaal van Zubayda, vrouw van Harun al Rashid (ca. 763- 809), khalief van de Abbasieden in het gebied dat we nu Irak noemen. Bagdad was de hoofdstad van het rijk der Abbasieden. Een khalief is de leider van de islamitische gemeenschap. Harun al Rashid speelt ook een belangrijke rol in de verhalen van 1001 Nacht. De tijd van khalief Harun al Rashid stond bekend als een periode van grote wetenschappelijke, culturele en religieuze bloei.

Maar genoeg over Harun Al Rashid, ik wil het hebben over zijn vrouw: Zubayda (gestorven in 831). Zubayda wendde haar positie als belangrijkste vrouw aan het hof aan om zich in te zetten voor de verbetering van de omstandigheden van de vele pelgrims die ook toen al Mekka bezochten voor de bedevaart, de hadj.  De jaarlijkse bedevaart naar Mekka was een zware onderneming en zeker niet zonder gevaren.

Langs de route van Bagdad naar Mekka en Medina liet zij bronnen en andere watervoorzieningen en karevanserais (pleisterplaatsen) aanleggen. Ter herinnering aan haar goede zorgen voor de pelgrims stond deze route in die tijd al bekend als ‘Darb Al Zubayda’ [Route van Zubayda]. Na de dood van haar echtgenoot ging Zubayda zelf op bedevaart naar Mekka. Het watertekort was schijnend en ze gaf opdracht tot het aanleggen van een kanaal.

Het werk van Zubayda raakte gelukkig niet in de vergetelheid: historicus en geograaf Al Mas’udi  schreef bijna een eeuw later over de daden van Zubayda en ook nu nog staat ze bekend als weldoener.

 

 

Zie ook:

Speak Your Mind

*