Alexine Tinne (1835) reisde al naar het Midden-Oosten

Alexine TinneSterke vrouwen te over in de Arabische wereld, maar Nederland kent ook stoere dames. Al in 1835 werd Alexine (ook wel Alexandrine) Tinne geboren, in een rijk, adelijk, Haags milieu. Van jongs af aan droomde ze van reizen, naar Afrika, het Oosten en verder. Ze ondertekende een brief aan haar nichtje met: ‘Reine de Palmyra’. Daarmee verwees ze naar de koningin van Palmyra, de illustere Zenobia.

Het reizen zat in de familie, want voor haar tiende was ze al met haar ouders in Rome, Nice en Parijs geweest. En dat in een tijd dat reizen heel wat meer voeten in de aarde had dan nu. Stukken van de wereld waren nog niet in kaart gebracht, het waren nog witte vlekken.

In 1855 werd het tijd voor het echte werk, op reis richting die witte vlekken. Alexine vertrekt – samen met haar moeder en hun enorme gevolg (daarover zometeen meer)- voor verschillende reizen naar het Midden-Oosten. Tijdens die reizen bezoekt ze Egypte, Libanon, Syrië en het heilige land. De reis van Luxor naar de Rode Zee, die we nu in een uur of vier doen, duurde zestien dagen (!) per karavaan. In Egypte ontwikkelde ze het idee om verder de Nijl op te varen, diep Afrika in.

Dames van stand reizen natuurlijk niet basic. IJzeren ledikanten, matrassen, kisten vol zilveren bestek en porselein servies werden door het enorme gevolg van de dames meegedragen. Vrij zijn en veel zien, maar wel van alle gemakken voorzien!
In hun gevolg bevonden zich steeds meer vrijgekochte slaven. Het kleurrijke gezelschap trok (uiteraard) veel bekijks, er vonden huwelijken en ruzies plaats en er werden kinderen geboren.

Na jaren van reizen schreef Alexine in 1867 dat ze “een rilling van geluk” voelde bij de gedachte aan alle huwelijken waaraan ze was ontkomen. “God dank, ik ben tenminste vrij”. Vanaf 1861 trokken de dames dieper Afrika in: Sudan, Uganda. Tijdens één van deze reizen stierf zowel haar moeder als tante die ook meereiste. In 1865 keerde Alexine terug naar Cairo, depressief door de trieste gebeurtenissen. Dan leeft ze al als een Arabische, gekleed in lokale kledij.

Haar reiskoorts was echter niet gezakt. Vanaf 1867 trok ze door het huidige Algerije en Libië. De geruchten over haar enorme entourage en onmetelijke rijkdom waren haar al voorgegaan. Daarom werd haar van verschillende kanten geadviseerd niet te gaan.  Tegen beter weten in. Op 1 augustus 1869 werd ze door touaregs om het leven gebracht. Slechts 33 jaar oud. Of ze het erg zal hebben gevonden? In een brief aan haar broer John uit 1868 schreef ze: “Ik heb geen haast om dood te gaan -maar als het gebeurt, goed-  een kort, maar wel gelukkig leven!”

Haar avonturen hebben veel mensen geinspireerd en er zijn heel veel boeken over haar leven geschreven. Bijvoorbeeld het boek ‘Een Haagse dame in de Sahara’ van J.G. Kikkert. Wat een stoere dame!

Zie ook:

Speak Your Mind

*